trip met jon
donderdag, december 28, 2006
Weinig verbazing op te merken wanneer ik zag dat mijn draagbare persoonlijke computer het draadloos netwerk weer niet kon detecteren. Hem dan maar naar het netwerk brengen dacht ik zo. Ik pak Jon (want zo noemt mijn laptop) op en glijd richting gang. Kast is saai, spiegel is saai, trap is koud, kapstok is saai. Deur gaat met een zwiep open en daar staat een poes. Ik herken de poes, want het is de mijne. Verklaart ook waarom ze in mijn woonkamer staat. Ze kijkt mij en Jon aan alsof we net haar Whiskas hebben geript. We aaien ze maar zij blijft ons vreemd bekijken. Ik en Jon van: "No way hosé". Wij laten ons niet zomaar denigreren door iemand die aan zijn eigen poep likt. Wij mogen dan wel dubieuze individuen zijn, maar ook wij verdienen een beetje respect, en dus ook van onze poes. De beslissing was gevallen, de poes wordt genegeerd. 3 meter verder komen we uiteindelijk met een gevoel van opperste voldoening aan bij onze eindbestemming; de elektronisch draadloze netwerk verspreid installatiemachine. Gapend naar dit meesterwerk van techniek merk ik dat de ontvangst perfect is. Nu wel spijtig dat ik niets nuttig had om te internetten. Al is een kwartier blokken omzeilen ook wel een nut op zich natuurlijk.
29 december, 2006 13:14
"Deur gaat met een zwiep open en daar staat een poes. Ik herken de poes, want het is de mijne. Verklaart ook waarom ze in mijn woonkamer staat."
En dat, dames en heren, is een polisme